Op het moment dat dit bericht gemaakt wordt is het buiten ongeveer 11 graden. Dat is een temperatuur waarbij de bijen de kasten uitkomen voor de zogenaamde reinigingsvlucht. Als het in de winter koud is dan blijven de bijen binnen (en als het heel koud is op de wintertros). Om op temperatuur te blijven eten ze de voor de winter opgeslagen voedselvoorraad op.
In dit voedsel (honing en stuifmeel) zitten ook enige onverteerbare delen. Naarmate de koude periode langer duurt zullen de darmen van de bijen steeds voller worden,
Bijen ontlasten zich nooit in de bijenkast. Ze houden alles op tot ze de gelegenheid krijgen om buiten te komen. Dat is ingebakken hygiënisch gedrag van de honingbijen. Ze kunnen tot drie maanden alles ophouden in hun blaas. Langer gaat niet, dan krijgen ze darmproblemen met diarree tot gevolg. De bijen hebben bij deze temperatuur kans om de darmen leeg te maken en zich te ontdoen van de resten uit de vertering van stuifmeel en honing. Dat is ook de reden dat het reinigingsvlucht heet.
Voor de imker is de reinigingsvlucht een eerste indicatie van de sterkte van het bijenvolk. Is er geen bedrijvigheid aan de kast dan is er mogelijk sprake van wintersterfte. Een reinigingsvlucht is dus nuttig en zelfs noodzakelijk. In die zin zijn enkele warme zonnige winterdagen in december en januari een voordeel voor de bijen. Waar we vroeger vaak tot in februari moesten wachten op de eerste vlucht zien we de laatste jaren, ten gevolge van de klimaatopwarming, meer van deze warme winterse dagen in december en januari.